De zorg van onze doktersassistenten stopt niet bij de deur
Doktersassistenten zijn de spinnen in het web binnen Instituut Verbeeten. Zij verzorgen veel rondom de behandeling van patiënten en zijn daarnaast hun aanspreekpunt. Niet alleen voor medische begeleiding, maar ook vaak om een luisterend oor te bieden.
Was de doktersassistent ‘in den beginne’ nog een veredelde administratieve taak aan de balie, anno 2023 begeleiden Jolanda Timmermans (links op de foto) en haar collega’s de patiënt vanaf consult tot en met controle. Maar ook na de behandeling stopt hun werk niet, “want de zorg stopt niet bij de deur,” zegt Jolanda. “Ook na de behandeling kunnen patiënten contact met ons opnemen voor eventuele nazorg.”
Van bloedafname, wondzorg en het assisteren bij het inwendig bestralen van prostaat- of gynaecologische tumoren tot het verzorgen van patiënten die voor één dag worden opgenomen, mammacare-spreekuur houden en de controle of patiënten met een ICD of pacemaker volgens de gestelde richtlijnen veilig behandeld worden. Weinig is de doktersassistent te gek.
Jolanda kwam zesendertig jaar geleden bij het Dr. Bernard Verbeeten Instituut in dienst nadat haar vader, die hier behandeld werd voor longkanker, haar wees op een vacature. ‘Dat is echt iets voor jou,’ had hij gezegd. ‘Een warme plek met fijne collega’s.’ Terugblikkend zegt ze: “Ik was pas twintig en nog hartstikke bleu. Hier ben ik volwassen geworden. We begonnen ’s morgens met een kop koffie en een praatje, daarna gingen we er volle bak tegenaan.”
Luisterend oor
Dagelijks ziet ze wat patiënten doormaken. Ze legt uit hoe zij en haar collega’s hen door dit zware traject loodsen: “Na een diagnose dendert de trein maar door. Je kan er niet vanaf, je hebt gewoon geen keuze. Hoewel sommigen wel een grens stellen aan kwaliteit van leven, dat is knap. Met hen praat ik over hoe ze tot een bepaalde beslissing zijn gekomen, bijvoorbeeld om juist geen chemotherapie te ondergaan.”
Hulp bieden de doktersassistenten ook tijdens de behandeling door hen gerust te stellen. “Een hand vasthouden, wat kletsen of andere afleiding bieden is vaak voldoende. Tijdens de behandeling zitten mensen vaak in een vechtmodus. En dagelijks de confrontatie in de wachtkamer, als ze mensen zien die mogelijk nog zieker zijn dan zij zelf. Vaak aan het einde van de behandeling komt het besef: wat is me eigenlijk overkomen?” Tijdens gesprekken wordt ook het gezin betrokken. “Wij vragen ook hoe het met de partner of kinderen gaat. Het hele gezin kan immers worstelen met gevoelens van onmacht. Er komt iets op hun pad en daar moeten ze mee zien te dealen.”
Soms zijn die gesprekken zwaar, erkent Jolanda. “Palliatief en curatief, dat is een wereld van verschil. Wij vinden het belangrijk dat iedere patiënt zich gehoord en gezien voelt en dat wij naast hen staan, wanneer daar behoefte aan is.” Desondanks lukt het de medewerkers van Instituut Verbeeten om dergelijke ervaringen niet mee naar huis te nemen. “Met collega’s kunnen we overal over praten, niets is gek. Dat reflecteren is gewoon een onderdeel van ons werk.”
Doel werk
Het belangrijkste doel voor Jolanda en haar collega-doktersassistenten is om een warm bad voor de patiënten te creëren. Dat doen ze door de begeleiding van patiënten breder te trekken dan alleen de behandeling. Ze gaan het gesprek aan en vragen wat de behandeling met hen doet. Jolanda tenslotte: “Als iemand de diagnose kanker krijgt, staat de wereld op z’n kop. Daarvoor maken we altijd tijd. Gelukkig zijn er bij Instituut Verbeeten veel mogelijkheden om zorg op maat te bieden. Zeker als het meerwaarde biedt voor de patiënt.”
Borstkanker bij mannen
Om zich verder te kunnen ontplooien rondde Jolanda in 2017 de HBO-V-opleiding af. Als afstudeeropdracht koos zij voor bewustwording voor borstkanker bij mannen. Als sluitstuk organiseerde ze een thema-avond bij Instituut Verbeeten en ontwikkelde een speciale poster. Een groep ‘lotgenoten’ uit België pakte het initiatief op waarna het uitgroeide tot een landelijk gebeuren en er kwam zelfs een theaterstuk. Inmiddels bestaat er een internationale dag voor borstkanker bij mannen.
Jolanda ontdekte dat de samenleving, maar ook professionals, nauwelijks op de hoogte zijn van borstkanker bij mannen. “Het wordt onterecht nog te vaak gezien als een vrouwenziekte,” zegt ze. “Momenteel wordt borstkanker bij mannen op dezelfde wijze behandeld als borstkanker bij vrouwen. Er wordt op dit gebied nog steeds onderzoek gedaan, zodat zoveel mogelijk zorg en behandeling op maat geboden kan worden.”
Voor veel mannen is borstkanker een taboe en schaamte speelt hier een belangrijke rol, aldus Jolanda. “Vaak gaan ze pas naar de huisarts als hun partner hen daartoe aanzet. Borstkanker bij mannen is een zeldzame ziekte. Een vroege opsporing resulteert in een betere prognose. Het is een gemiste kans als je het niet herkent. Ook huisartsen hebben daarin een verantwoordelijkheid. Gelukkig is er de afgelopen vijf jaar al veel veranderd.”