“Lang niet altijd klachten bij blaaskanker”
Per jaar krijgen ongeveer 6.800 mensen voor het eerst de diagnose blaaskanker. Bij Instituut Verbeeten vonden in 2023 63 behandeltrajecten aan blaaskanker plaats. Stefan Franken is één van de radiotherapeut-oncologen bij Instituut Verbeeten die deze patiënten behandelt.
Stijging in aantal nieuwe patiënten
Het aantal nieuwe patiënten met blaaskanker is de afgelopen jaren gestegen. Dit komt onder andere doordat er meer mensen in Nederland wonen en mensen gemiddeld ouder worden. Bijna 95% van de mensen die blaaskanker krijgt is 55 jaar of ouder en het komt ongeveer 3 keer vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. Bij zowel mannen als bij vrouwen staat het in de top 10 van meest voorkomende vormen van kanker. [1]
Stefan (links op de foto): “De belangrijkste risicofactor voor blaaskanker is roken. Vrouwen begonnen historisch gezien later met roken dan mannen. De toename van blaaskanker bij vrouwen volgt dan ook de toename van het aantal vrouwen dat rookte vanaf de jaren ‘80. Bij mannen blijft het redelijk stabiel.”
Ook mensen die veel in aanraking zijn geweest met bepaalde chemische stoffen (aromatische aminen zoals vroeger veel gebruikt in de textiel- en verfindustrie) hebben een groter risico op blaaskanker. Daarnaast kan ook een erfelijke aanleg een rol spelen, indien bij meerdere eerstegraads familieleden blaaskanker is vastgesteld.
Symptomen blaaskanker
In het begin ervaren mensen meestal geen klachten van blaaskanker. Bloed, irritatie of drang om te plassen zijn vaak de eerste symptomen van blaaskanker.
“Patiënten met blaaskanker hebben lang niet altijd klachten en bovendien kunnen eventuele klachten overeenkomen met die van een blaasontsteking. Blaaskanker wordt dan ook niet altijd als zodanig herkend, wat het heel lastig maakt om aan te geven op welke symptomen je exact moet letten.” vertelt Stefan. “Over het algemeen raad ik aan om alert te zijn bij bloedverlies, een veranderd plaspatroon waarbij je bijvoorbeeld vaker aandrang voelt of als je vaker kleine beetjes plast. Soms komt blaaskanker aan het licht doordat patiënten nierproblemen krijgen. Door stuwing van de nieren (een te hoge druk in de nieren waardoor deze opzwellen) ontstaat flankpijn: een plotselinge krampachtige pijn in de zijkant van het lichaam. Als dit gebeurt wordt natuurlijk gekeken naar de oorzaak van de stuwing. Dan blijkt bijvoorbeeld dat de urine niet goed weg kan omdat er een tumor in de blaas zit. Al met al zijn dit soort klachten voor een huisarts of uroloog voldoende aanleiding om de patiënt grondig te onderzoeken. Maar je denkt natuurlijk niet meteen aan iets kwaadaardigs.”
Behandeling van blaaskanker
Als je de diagnose blaaskanker krijgt, hoeft dit niet altijd te betekenen dat je blaas volledig verwijderd moet worden. In gevallen van oppervlakkige blaaskanker schraapt de uroloog vaak de tumor weg. Ook is het mogelijk dat de patiënt chemospoelingen krijgt.
Stefan licht dit verder toe: “Bij oppervlakkige blaaskanker kan de uroloog vaak de tumor wegschrapen. Als de tumor terug blijft komen, zal hij dat iedere keer weer proberen, eventueel aangevuld met chemospoelingen in de blaas om op die manier ervoor te zorgen dat de kanker wegblijft. Als de kanker uiteindelijk dieper groeit, in de spier van de blaas, kan de uroloog niet eindeloos blijven schrapen. Dan maakt hij namelijk een gat in de blaas. Bij spierinvasieve blaaskanker wordt over het algemeen met een operatie de hele blaas weggehaald.”
Een blaasoperatie is een ingrijpende operatie. Omdat de blaas verwijderd wordt, krijgt de patiënt een urostoma. Dit is een verbinding van de urinewegen via een stukje dunne darm naar buiten. Het stukje darm behoudt zijn samentrekkende beweging, waardoor de urine naar buiten wordt geperst en in een opvangzakje op de buik loopt.
“In overleg met de patiënt wordt altijd gekeken naar wat de mogelijkheden en wensen zijn. Als alternatief voor een operatie, kan een uitgebreide bestralingsbehandeling gecombineerd met chemotherapie worden gegeven, de zogenoemde chemoradiatie.” vervolgt Stefan. “Hiermee bereiken we ook hele mooie resultaten die gelijkwaardig zijn aan de resultaten bij een operatie. Plus behouden we hierbij de blaas en heeft het minder lichamelijke impact op de patiënt.”
Samen met de patiënt
Patiënten met (een vermoeden van) blaaskanker worden door hun huisarts doorverwezen naar een uroloog. Die voert de nodige onderzoeken uit en op basis hiervan wordt bekeken of de patiënt daadwerkelijk blaaskanker heeft en welke behandeling het meest geschikt is.
“Patiënten worden dan gezien op de blaaspoli, zoals aanwezig in het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Dat is een multidisciplinaire poli waarbij zowel de uroloog, internist-oncoloog als radiotherapeut-oncoloog aanwezig zijn voor een gezamenlijk gesprek met de patiënt. Deze vindt wekelijks plaats, afhankelijk van het patiëntaanbod. Ook in Amphia is een blaaspoli waar Mariska van de Sande en Theo Veninga namens Instituut Verbeeten in participeren. Deze poli verloopt naar volle tevredenheid van alle partijen. Patiënten zijn blij dat hen vaak een keuze kan worden geboden.”
Een belangrijk onderdeel van het behandeltraject is het samen beslissen. De specialisten van de blaaspoli bekijken de situatie van iedere patiënt en gaan vervolgens met hem in gesprek. Stefan vult hierop aan: “Van tevoren bespreken we de situatie kort voor om te zien hoe oud deze patiënt is, welke andere aandoening of ziekte aanwezig is, hoe uitgebreid de kanker is en wat voor opties we hebben. Ook de verpleegkundig oncologisch specialist sluit hierbij aan. Die heeft van tevoren al bij de patiënt afgetast hoe deze er zelf in staat en wat hij of zij wil. Met de aanvulling van de verpleegkundig oncologisch specialist en de informatie die wij zelf al hebben, spreken we vervolgens met de patiënt en de familie en bepalen we ter plekke wat voor die patiënt de best mogelijke behandeling is. We bespreken dus samen met de patiënt wat deze wil, wat wij denken te kunnen betekenen en hoe wij dat inschatten. We zien dat steeds meer patiënten een behandeling met chemoradiatie, en dus een blaassparende behandeling, krijgen. En dat is iets waar we meer en meer naartoe gaan: orgaansparende behandelingen.”
Meer informatie en lotgenotencontact
Patiëntenvereniging blaas- of nierkanker
Kanker zet je leven op z’n kop. Je bent ziek en opeens moet je allemaal beslissingen nemen. Sommige mensen willen graag zoveel mogelijk informatie opzoeken, anderen leren liever van ervaringen van lotgenoten. Deze patiëntenvereniging geeft de juiste informatie en zorgt voor lotgenotencontact.
Bekijk hier de website.
Centra voor leven met en na kanker
De gevolgen van de behandeling kunnen veel invloed hebben op het dagelijks leven. Op emotioneel, maar ook op praktisch vlak, met betrekking tot werk, studie of sociale contacten. Het is van belang dat patiënten, naasten en nabestaanden over hun problemen kunnen praten en adequate hulp krijgen als ze dat wensen.
De centra voor leven met en na kanker bieden deze zorg, zodat deze groep mensen optimale kwaliteit van leven ervaart en kan blijven meedoen in de maatschappij.
Ook in onze regio zijn locaties te vinden waar regelmatig bijeenkomsten voor lotgenotencontact worden georganiseerd.
Bekijk hier de website.
[1] Bron: Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) & KWF Kankerbestrijding.