Nucleaire diagnostiek
Op de afdeling Nucleaire Geneeskunde vindt onderzoek plaats naar vrijwel alle soorten kanker. Met behulp van radioactieve stoffen doen we onderzoek naar de werking van organen. Door nucleair onderzoek sporen we kanker op, of zien we of een behandeling aanslaat. Voor nucleair onderzoek maken we gebruik van geavanceerde camera’s en van een PET-CT-scanner.
PET-CT-scan
In een PET-CT-scan worden PET (Positron Emissie Tomografie) en CT (computer tomografie) gecombineerd. Deze twee technieken vullen elkaar aan. De PET-scan is een nucleair geneeskundig onderzoek waarbij veranderingen in de stofwisseling van cellen in beeld worden gebracht met behulp van een kleine hoeveelheid radioactieve stof die wordt opgenomen door de te onderzoeken weefsels. Deze radioactieve stof zendt straling uit, die door het PET-onderdeel van de camera wordt opgevangen en vertaald wordt in foto’s.
Tegenwoordig is de PET-scan aangevuld met een CT-scan. CT maakt gebruik van röntgenstraling en geeft informatie over de structuur van weefsels. Aan de hand van de beelden kan de behandelend arts beter bepalen wat voor een patiënt de optimale behandeling is.
Wanneer wordt een PET-CT scan gemaakt?
- Om te bepalen in welk stadium een ziekte verkeert.
- Om te beoordelen wat het effect van de therapie op kankercellen is geweest (aan de hand van PET-CT beelden voor en na een therapie).
- Als het met de CT-scan of de MRI-scan niet lukt de plaats van een primaire tumor of uitzaaiingen te vinden, terwijl overige diagnostiek wel op kanker wijst.
- Als het met de CT-scan niet lukt de plaats van een infectie te bepalen bij koorts en afwijkende laboratoriumwaarden.
- Om de vitaliteit van de hartspier vast te stellen na een eerder hartinfarct.